U bent hier: Home / Tentoonstellingen / Vorige tentoonstellingen / Tentoonstellingen 2015 / Belgische LANDSCHAPPEN

Belgische LANDSCHAPPEN

Belgische LANDSCHAPPEN - 25.06 > 20.09.2015 - Tentoonstelling in het Museum , Brussel, België

25.06 > 20.09.2015
 

Een nieuwe kijk op het landschap in de Belgische kunst, van 1830 tot heden

Het Museum van Elsene nodigt u uit om van de zomer de platgetreden wegen te verlaten en onbekende paden te verkennen op de tentoonstelling BELGISCHE LANDSCHAPPEN. Een originele keuze van schilderijen, etsen, foto’s, video’s en installaties – van 1830 tot heden – staat borg voor een atypische reis die een originele kijk biedt op ons land.
Meer dan zeventig kunstenaars komen aan bod op deze thematische tentoonstelling die niet alleen het genre van de landschapschilderkunst belicht, maar zonder meer ook de hoogtepunten uit de Belgische kunst. De zes thema’s zijn: Landschap en natie; Industriële landschappen. Nocturnes; Wolken; Denkbeeldige landschappen; Abstractie en natuur.
Een mooie excursie, die beslist meer dan de moeite waard is!


Tentoongestelde kunstenaars: Stevens, Artan, Rops, Vogels, Ensor, Khnopff, Spilliaert, Degouve de Nuncques, Magritte, Broodthaers, Dotremont, Charlier, Alÿs, Bogart.

Speciaal voor de tentoonstelling BELGISCHE LANDSCHAPPEN schrijft auteur en cineast Jean-Philippe Toussaint een nieuwe novelle en maakt hij een foto-installatie die voor het eerst in België te zien zal zijn.

Vernissage (gratis toegang): woensdag 24.06.2015 18:30 > 21:00
Parking Tulp & pendeldienst gratis tijdens de vernissage. Parking Flagey beschikbaar (betalend).


BELGISCHE LANDSCHAPPEN

Denis Laoureux, Curator


Met de tentoonstelling BELGISCHE LANDSCHAPPEN stelt het Museum van Elsene u een honderdtal werken voor van 1830 tot heden. Ze laten zien op welke manier de natuur wordt omgevormd tot kunst. Want dat is de vraag die we hier stellen: hoe slaagt de kunstenaar erin de natuur over te plaatsen in een kunstwerk?  
U kunt er de Belgische geografie van de kunstenaar verkennen via velerlei werken: schilderijen, foto’s, video’s, installaties, films enz. De verscheidenheid van de ingezette plastische middelen beantwoordt aan de voorwaarden gesteld om de natuur in een kunstwerk op te sluiten.  De natuur wordt een artistiek instrument, ze wordt gebruikt als alibi voor de aanwending van diverse, met zorg uitgekozen beeldende technieken die haar op een hoger niveau tillen.  
Dat landschap is echter ook – en vooral bij La Jeune Belgique in de 19de eeuw – een gezichtspunt, een visie die tot uiting komt in de gekozen voorstelling: de Noordzee, de Kempen, de oevers van de Maas, de terrils… De kunstenaar kiest wat hij wil tonen of aantonen. In de 20ste eeuw wordt de traditie voortgezet met de nationale landschappen, die soms bijna een ideologisch engagement vertolken. Het landschap is ook een portret omdat de natuur door de mens wordt getransformeerd.
Deze metamorfose komt aan het licht in de zes afdelingen van een tentoonstelling die werd opgevat als een excursie in de Belgische landschapskunst: Landschap en natie, Wolken, Industriële landschappen, Nocturnes en maanlandschappen, Innerlijke & denkbeeldige landschappen en Landschap en abstracte kunst.
We wensen u een mooie wandeling!

Avec les œuvres de : Artan, Baron, Bernd et Hilla Becher, Bertrand, Boch, Bogart, Boulenger, Broodthaers, Burssens, Bury, Bytebier, Charles, Charlier, Claus, Coosemans, Crépin, Decelle, Degreef, Dubois, De Cordier, De Saedeleer, Degouve de Nuncques, Delvaux,  De Peelaert,  De Smet, Donnay, Dotremont, Doudelet, Dujardin, Ensor, Evenepoel, Fastenaekens, Felten-Massinger, Finch, Frédéric, Goethals, Hamesse, Hänsel, Héger, Heymans, Khnopff, Lacomblez, Le Brun, Lismonde, Lizène, Luce, Magritte, Mahieu, Mendelson, Meunier, Mineur, Oosterlinck, Op de Beeck, Ozcetin, Paulus de Châtelet, Permeke, Pirenne, Quinet, Ransonnet, Rops, Rose, Schlobach, Sommelette, Spilliaert, Stevens, Toussaint, Ubac, Vandamme, Van den Abeele, Vandercam, Van der Hecht, Van de Spiegele, Van Lint, Vanriet, Vercheval, Verwée, Vilet, Vogels, Wyckaert.

De landschappen van de natie

In het midden van de 19de eeuw hebben de schilders van de moderniteit een voorliefde voor het landschap. Ze streven naar een vrije interpretatie van de natuur in overeenstemming met hun temperament. In het jonge België is de landschapschildering tevens een middel om uiting te geven aan nationale gevoelens. De kunstenaars willen de eigenheid van de Belgische natuur aan het licht brengen.
Naargelang het toerisme en de communicatiemogelijkheiden toenemen, beelden ze de landschappen uit diverse regio's af: de Noordzee, de Kempen, de valleien van de Maas , in mindere mate de Ardennen, en later de oevers van de Leie en de Hoge Venen.

Industriële landschappen

Industriële landschappen zijn prominent aanwezig in de kunst, maar in de loop der jaren worden ze op een andere manier voorgesteld. Aanvankelijk wekt de industrie gevoelens van trots op: de schilders laten zien hoe de natuurlijke rijkdommen dankzij vernuftige voorzieningen worden ontgonnen. Vanaf 1880 begint ook twijfel te rijzen: er zijn niet alleen de lastige arbeidsomstandigheden, de industrie zorgt ook voor een brutale verandering van het landschap. Later, tijdens de desindustrialisering van de jaren 1960, geven de kunstenaars onverbloemd hun kijk weer op de economische en materiële aftakeling van de industriële wereld. Tegenwoordig is hun terugblik op de overblijfselen van dat universum eerder poëtisch van aard.

Nocturnes en maanlandschappen  

's Nachts vervagen alle vormen. De duisternis zorgt voor eenheid in het landschap, zoals de schilder dat doet op een schilderij. Gaat de nacht te werk zoals een penseel? Deze vraag houdt vele 19de-eeuwse schilders bezig. Ze voelen zich aangetrokken door de maan, niet door de zon. In een brief aan zijn vriend William Degouve de Nuncques citeert Henry de Groux volgende woorden van Alfred Stevens:
Terwijl hij naar de lucht wees, die gisteren heel mooi was (volle maan) zei hij: dat is een van de dingen die modern zullen blijven. De maan is het mooiste hemellichaam, misschien omdat ze het meest heeft geleden, maar ze is beslist het allermooist... De zon is onbescheiden!

De symbolisten vermijden de zekerheden die met het heldere daglicht gepaard gaan. Ze verkiezen de twijfel, de sluier waarmee de nacht de rechtstreekse waarneming verhult. Ze beschouwen het landschap als een gemoedstoestand.

Innerlijke landschappen, denkbeeldige landstreken

Van oudsher speelt de schilderkunst een ingewikkeld spel met de werkelijkheid. In België was trouw aan de realiteit nooit de grootste bekommernis, en al helemaal niet bij de voorstelling van het landschap. De symbolisten en later de surrealisten probeerden de gebieden van de droom te verkennen, waar de grenzen tussen realiteit en verbeelding, buiten en binnen erg poreus zijn. Via een persoonlijk spel met afwijkende elementen zorgt de kunstenaar ervoor dat de werkelijkheid een nieuwe gedaante aanneemt: ze wordt troebel, dromerig, bevreemdend of verontrustend. Eigenaardig genoeg zijn deze irreële beelden op formeel vlak vaak heel duidelijk, als het ware fotografisch scherp. Daardoor juist verwerven ze hun dubbelzinnigheid. En hun poëzie. Het lijkt wel alsof de precieze voorstelling het mysterie nog doet toenemen.

Wolken

Hoe kun je een cumulus in een kunstwerk binnenloodsen? Dat is een moeilijke oefening, want een wolk vervliegt, hij is immaterieel, eindeloos haast. Een wolk is het tegendeel van een schilderij of een foto. En schilders of fotografen beseffen dat maar al te goed. Daarom zoeken ze om het hardst naar manieren om een wolk weer te geven als plastische werkelijkheid. De lucht, de wolken, de atmosfeer ontsnappen aan de wetten van de zwaartekracht, maar niettemin bepalen ze onze waarneming van het landschap. Bovendien beschouwen schilders de wolken als een vrije ruimte voor de verbeelding. Het hoeft dus niet de verbazen dat het thema van de wolken voortdurend terugkeert in de moderne en hedendaagse kunst.

Landschap en abstractie

Hoe minder je toont, hoe meer je ziet. Dat element hebben alle abstracte kunstenaars gemeen, die een schilderij beschouwen als een poëtische uitvergroting van de werkelijkheid. Zij zien de natuur als een krachtig verwekker van sensaties. Alsof er een geheim leven trilt onder het oppervlak van de dingen. Het lijkt wel alsof er, tegenover de wereld, een eindeloos domein van gevoelens bestaat. Het komt erop aan de natuur te beleven, haar textuur te ervaren, haar dichtheid, haar atmosfeer, en daaruit een gevoel te puren dat, na een proces van inwendige metamorfose, een plastische voorstelling krijgt. De natuur wordt gesublimeerd, heruitgevonden, gevierd. Vanaf dit gemeenschappelijk uitgangspunt volgen de schilders elk hun eigen pad...

JEAN-PHILIPPE TOUSSAINT


De verdwijning van het landschap - Fragment

Ik bracht mijn revalidatie door in Oostende. Een verzorgster die geen Frans spreekt (misschien spreekt ze alleen maar Nederlands) komt elke dag langs, ’s avonds brengt ze me naar bed en ze helpt me bij het opstaan. Ik heb het gevoel dat mijn leven gestaag doorgaat, dat ik in een rolstoel voor het raam van mijn flatje al drie weken roerloos toekijk hoe de dagen elkaar opvolgen, allemaal eender. Ik heb geen idee hoe lang mijn revalidatie zal duren. Ik heb het niet koud, ik lijd nergens gebrek aan. Ik herinner me niets van het ongeval. Werd ik door een auto omvergereden? Of ben ik gevallen? Ben ik van de trap gevallen? Een aanslag misschien? Zou het kunnen dat ik het slachtoffer ben van een aanslag? Ik weet het niet. Ik voel geen pijn, geen enkel fysiek lijden, alleen verbazing – een standvastige verbazing. Ik weet niet veel meer over mezelf, wie ik ben of liever, wie ik was. Toch is mijn tegenwoordigheidsbesef niet veranderd, sinds het ongeval is dat zelfs scherper, alsof de gedwongen stilstand van al mijn andere vermogens me opeens opmerkzamer, oplettender maakt, vele malen alerter voor het zichtbare ogenblik.

Toch heb ik de voorbije drie weken gedurig hetzelfde landschap voor ogen. De variaties zijn erg gering, ze hebben te maken met het moment van de dag, de wisselende getijden, de eeuwige kringloop van de zon die achter het gebouw opkomt en aan de einder ondergaat, met de motregen die het oppervlak van mijn venster bedekt en omvormt tot een met druppeltjes en nevel beparelde zeef. Het flatje waar ik uitrust, kijkt niet uit op de dijk, maar op de bovenste hoek van een aanpalende straat. Het ligt op de zesde verdieping, bijna in de hemel, tussen de omzwervingen van de meeuwen en de driftende wolken. Vanuit het raam kun je over het dak van het casino de zee zien. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat blijf ik in mijn rolstoel voor het raam zitten. Ik doe niets, ik onderga de monotonie van de verstrijkende tijd, mijn oog bouwt geometrische figuren, verzamelt de verspreide elementen waar ik over beschik, de zee, de hemel, de rimpels van het verlaten strand en gebruikt ze voor schetsen van denkbeeldige tekeningen die aan doeken van Spilliaert doen denken. In de verte vermoed ik de nietige gestalten van in anorak gehulde wandelaars die met een hond langs de zee lopen. Als de aanwezigheid van een hond al voor een gebeurtenis moet doorgaan, kun je wel stellen dat er zich werkelijk niets afspeelt in mijn leven. […]

HOUDEN VAN LEZEN (2005-2012), Jean-Philippe Toussaint

Ik ben in de zomer van 2005 begonnen aan de serie Houden van lezen. Het was mijn bedoeling een reeks foto’s te maken over het thema ‘lezen’. Het decor – de vuurtoren van Cap Corse – had ik al gevonden, en ik wist ook dat de R4 in het beeld moest opduiken. Voor de personages heb ik mijn gezin gekozen: mijn vrouw Madeleine en Jean en Anna, mijn kinderen. Mijn voltallige gezin (we hebben geen hond), samen met de R4.

Toen ik in augustus 2005 de eerste foto maakte, wist ik nog niet dat dit de aanzet vormde tot een reeks die ik in 2012 tentoon zou stellen in het Louvre, in het kader van de tentoonstelling LIVRE/LOUVRE. Zeven jaar lang heb ik op regelmatige basis voortgewerkt aan de serie, waarbij ik een aantal om zo te zeggen vaste rituelen in acht nam. Ik koos zelf de boeken waarin de personages op de foto lezen. Daarbij had ik geen bepaalde strategie in gedachten, ik liet me leiden door wat er toevallig in onze bibliotheek in Barcaggio aanwezig was. Madeleine las in Vluchten, mijn boek dat in 2005 net verschenen was, Jean was verdiept in Rousseaus Overpeinzingen van een eenzame wandelaar en Anna in de Gedachten van Pascal. In de loop der jaren hielden Anna en Jean altijd hetzelfde boek vast (mijn dochter de Gedachten, mijn zoon de Overpeinzingen), terwijl Madeleine elk jaar in een ander boek las: Vluchten in 2005, Becketts Murphy in 2006, Het fototoestel in 2007, De badkamer in 2008, De waarheid omtrent Marie in 2009, Echenoz’ Flitsen in 2010 en De hel van Dante in 2011. De lichte variatie in de boeken kun je beschouwen als een teken, een aanwijzing, een zichtbaar spoor van de dialectiek tussen roerloosheid en beweging, tussen verbinding en schijnverbinding die in deze reeks constant werkzaam is. De plaats verandert niet, het zijn (haast altijd) dezelfde boeken, je treft dezelfde personages aan in een identieke situatie, maar de tijd gaat voorbij, onzichtbaar, onmerkbaar, de kleren en de kapsels evolueren, en ook de gezichten ondergaan onopvallende veranderingen. Het gaat hier dus om dezelfde conceptuele reflectie over het vlieden van de tijd, die al aanwezig was in De badkamer. Tegelijk is het een gelukkige, heldere, kleurrijke reeks waar de energie, de levensvreugde van afspat: terwijl de personages lezen, zie je hoe opgetogen ze zijn, hoeveel lol ze hebben – ik weet niet welk taalregister ik hier het best kan gebruiken. 

De tentoonstelling catalogus :

Paysages de Belgique,
Un voyage artistique, 1830-1915

Éditions Racine
Slap kaft met flappen
Kleurenfoto's
23 cm x 24 cm
176 bladzijden
29,95€

 

 

Document acties