U bent hier: Home / Het Museum / Geschiedenis

Geschiedenis

Opgericht in 1892 op basis van de verzameling Edmond De Praetere, de latere schenkingen van Octave Maus en het voortdurende engagement van de gemeente Elsene. Het gemeentelijk Museum van Elsene werd achtereenvolgens geleid door Jean Coquelet, Nicole d’Huart en Claire Leblanc.

Het (gemeentelijke) Museum van Elsene werd opgericht in 1892. De schilder Edmond De Pratere (1826-1888) liet bij overlijden zijn omvangrijke kunstverzameling na aan de Gemeente. Als tegenprestatie voor deze schenking moest de gemeente Elsene beloven om de kunstwerken tentoon te stellen in een ruimte die toegankelijk was voor het grote publiek. Het oude slachthuis, dat pas buiten gebruik was gesteld, bleek hiervoor de ideale keuze. In functie van de nieuwe bestemming werd het volledig heringericht. Tot op de dag van vandaag vindt de permanente tentoonstelling van de werken van het Museum onderdak in deze ruimte.

Het nieuwe Museum werd op veel enthousiasme onthaald. Al snel werd het uitgebreid en een gemeentelijk fonds werd gecreëerd voor de aankoop van nieuwe kunstwerken. Daarnaast zorgden belangrijke giften en nieuwe erflatingen voor een uitbreiding van de collectie. De schenking van de Brusselse advocaat en kunstliefhebber, Octave Maus (1856-1919), was een van de belangrijkste. Zijn kunstverzameling omvatte meer dan 200 impressionistische en neo-impressionistische werken.

Het Museum van Elsene in 1901, copyright foto Museum van Elsene

Verschillende conservatoren volgden elkaar op:

Vanaf 1958 stond Jean Coquelet borg voor een dynamisch cultureel beleid. Hij organiseert regelmatig belangrijke tijdelijke tentoonstellingen: René Magritte (1959), Léon Spilliaert (1961), Victor Servranckx (1965), Oscar Jespers (1966), Paul Delvaux (1967), Félicien Rops (1969), Henri de Toulouse-Lautrec (1973), La Fondation Maeght (1975), De kunstverzameling Thyssen-Bornemisza (1977), Het Spitzner Museum (1979), Hommage aan Pierre Loeb (1979), Alfons Mucha (1984) enzovoort.

Dank zij het verlicht beleid van de conservator verwerft het museum een aanzienlijke uitstraling. In 1973 dringt de bouw van een nieuwe vleugel zich op. Het museum krijgt een inkomhall, twee grote zalen voor tijdelijke tentoonstellingen en een reserveruimte.

In 1987 volgt Nicole d’Huart Jean Coquelet op. Ook onder haar beleid behoren de tijdelijke tentoonstellingen tot de belangrijkste activiteiten van het museum. We vermelden hier: Art Deco België (1888), Shunga. Erotische prenten uit Japan (1989), Het impressionisme en het fauvisme in België (1990), Turner en Europa (1992), Sigmund Freud. Kunst en archeologie (1993), Van Gainsborough tot Ruskin (1994), Georges Lemmen (1997), De Russische avant-garde en de scène (1998), Victor Hugo, de tekenaar (1999), Die Brücke (2000), De kleurenrevolte. Collectie Carmen Thyssen-Bornemisza (2001), Parijs 1900 (2002), De collectie Simon (2003), Het Russische symbolisme (2006), Collectie van passies. Passies voor collectie (2007).

In 1994 neemt de gemeente Elsene de gelukkige beslissing om de grote zaal die vlak naast het Museum is gelegen, de zogenaamde feestzaal, een bestemming te geven als tentoonstellingsruimte. Zij wordt in deze onderneming aangemoedigd door het mecenaat van de J.P. Morgan Bank die een belangrijk deel van de renovatiekosten voor zijn rekening neemt. Zo breidt de bestaande tentoonstellingsoppervlakte uit met duizend vierkante meter. Vandaag bevinden zich hier de hall en de ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen van het museum.

Zaal Morgan van het Museum van Elsene, copyright foto Georges Strens


Claire Leblanc, de huidige conservator, volgt Nicole d'Huart op in 2007. Sindsdien krijgen we een opeenvolging van belangrijke tijdelijke tentoonstellingen: Alle wegen leiden naar Rome. Reizende kunstenaars van de 16° tot de 19° eeuw (2007-2008), Black Paris – Black Brussels. Kunst en geschiedenis van een diaspora, van 1906 tot vandaag (2008), De zomer van de Belle Epoque. Alexandre Charpentier. Naturalisme en Art Nouveau (2008), Meer dan woorden. Tekeningen van schrijvers (2008-2009), Brussel, gebied van convergenties (2008-2009), Paul delvaux. Een selectie van werken op papier (2008-2009), Steinlen, het oog van de straat (2009) ), Fading (2009), La photographie n'est pas l'art. Schatten uit de fotografie van de avant-gardisten tot vandaag Kunstverzameling Sylvio Perlstein (2009-2010), De schilders van het Zoniënwoud. Voortuin van Brussel (2009-2010), El Cubismo. Cubism and its context (2010), from the Fundacion Telefonica Art Collection, Close-up (2010), fotoverzameling van het Museum van Elsene (Naar aanleiding van de Zomer van de Fotografie), Fototentoonstelling Laurent Friob, 10 jaar aanwinsten (verzameling van het Museum van Elsene - 2010), Van Dürer tot Jan Fabre. Meesterwerken (2010-2011), Paul Delvaux. De bronnen van het oeuvre (2010-2011), Discover Each Other Trough Water (2010-2011), Annabella Guetatra - Jens Hesse - Prijs Marie-Louise Rousseau 2010 (2010-2011), Olivier Debré. Lyrisch abstract kunstenaar. Retrospectieve (2011), Explosition, graffitikunst in Brussel (2011), Non, pas ce soir. Uitgeverij la trame viert haar 10de verjaardag (2011), Dubuffet architect (2011-2012), Pierre Lahaut. Homage (2011-2012), Paul Delvaux, beeldhouwer (2011-2012).

Dankzij het aankoopbeleid – mogelijk gemaakt door het gemeentefonds en door het fonds van de Vrienden van het Museum – en mede door de schenkingen en erflatingen die de hele geschiedenis van het museum hebben doorkruist, bezit het Museum van Elsene momenteel een uitgebreide collectie. Deze getuigt van de kunstzinnige opdracht van een pluridisciplinair museum, dat openstaat voor alle vormen van kunstschepping. De XIX° en XX° Eeuw zijn hier in belangrijke mate vertegenwoordigd.

De collectie van het museum telt momenteel meer dan 13.000 werken (Gaston Bertrand, Paul Delvaux, René Magritte, Berthe Morisot, Constant Permeke, Pablo Picasso, Henri de Toulouse-Lautrec, ...). Op deze manier zien we werken van diverse kunststijlen, zoals het realisme, impressionisme, luminisme, neo-impressionisme en het symbolisme, naast de werken van kunstenaars die werden geïnspireerd door het fauvisme, het expressionisme, het kubisme, het surrealisme en de lyrische en geconstrueerde abstracte kunst. Een bijzonder mooi staal van Vlaamse meesters, enkele vertegenwoordigers van buitenlandse scholen en een opmerkelijk geheel van Fin de siècle affiches – waaronder de complete verzameling van de originele affiches van Toulouse-Lautrec – vormen een verrijkende aanvulling voor dit geheel.

Document acties